Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [15]Zij nu ziende, dat zij in hope was geweest, [doch] haar verwachting [16]verloren was, zo nam zij [17]een [ander] van haar welpen, hetwelk zij [tot] een jongen leeuw stelde. 15. Te weten de leeuwin, of moeder van dezen jongen leeuw, waarvan gesproken is boven vs.2. 16. Te weten van den gevangen leeuw Joahaz weder te krijgen. 17. Te weten Jojakim, den broeder van Joahaz, de leeuwin van Farao gegeven en toegelaten, om in zijns broeders plaats te wezen, 2 Kon.23:34.